BEX zorgde in 2024 voor besparing op mestafzet bij Koeien & Kansen-bedrijven

De melkveebedrijven die deelnemen aan Koeien & Kansen hebben in 2024 gemiddeld minder stikstof en fosfaat geproduceerd dan de wettelijke forfaitaire normen. De stikstofexcretie lag gemiddeld 3% lager, terwijl de fosfaatexcretie 15% lager was. Deze lagere nutriëntenuitstoot leidde tot een besparing van gemiddeld 230 ton mestafvoer per bedrijf.

De hoeveelheid af te voeren mest hangt af van de mestproductie en de plaatsingsruimte op het bedrijf. Als er meer mest wordt geproduceerd dan op het bedrijf geplaatst kan worden, dan is mestafvoer nodig. Via een tabel met forfaire excretie, afhankelijk van melkproductie per koe en ureum, kan een melkveehouder de mestproductie bepalen.


Om hier op te kunnen besparen, is de BEX ontwikkeld, onderdeel van de KringloopWijzer. Met BEX kunnen melkveehouders aantonen dat daadwerkelijke excretie lager is dan de forfaitaire excretienormen. In dat geval is minder mestafzet nodig dan volgens de forfaitaire tabel.


Door gebruik te maken van BEX moest een gemiddeld Koeien en Kansen-bedrijf in 2024 bijna 1230 ton mest afvoeren. Bij toepassen van de forfaitaire productienormen zou dit bijna 1460 ton zijn geweest. De lagere excreties bij toepassen van BEX leveren dus een gemiddelde besparing van 230 ton mestafvoer op.


Op de bedrijven die mest moeten afvoeren is bij bijna alle bedrijven stikstof de beperkende factor. Vanaf 2025 zijn de forfaitaire excretienormen voor stikstof verlaagd. De kans bestaat dat fosfaat op meer bedrijven de beperkende factor voor mestafvoer gaat worden in 2025. Echter door afbouw van derogatie met steeds minder plaatsingsruimte voor stikstof uit dierlijke mest zal stikstof in de toekomst vaak de beperkende factor blijven bij mestafvoer.

Bron: Wageningen University & Research, 10/06/2025
Publicatie: 13-06-2025