Mestgebruik tussen 2006 en 2022 in kaart gebracht
Melkveebedrijven gebruiken meer stikstof uit dierlijke mest door de derogatieregeling, terwijl op akkerbouwbedrijven het gebruik van stikstof uit dierlijke mest stijgt door verhoogde beschikbaarheid van mest en economische voordelen. Op melkvee- en overige plantbedrijven is het stikstofgebruik licht gedaald. Het fosfaatgebruik is op alle typen bedrijven afgenomen door strenger beleid, zoals fosfaatdifferentiatie, invoering van fosfaatrechten en verlaging van de fosfaatgebruiksnormen.
Het gebruik van stikstofkunstmest daalde op akkerbouwbedrijven, terwijl fosfaatkunstmest door strengere regelgeving vrijwel verdween op veehouderijbedrijven. Dierlijke mest blijft de belangrijkste meststof, vooral op veehouderijbedrijven. Akkerbouwbedrijven vervangen kunstmest vaker door dierlijke mest vanwege de beschikbaarheid en prijsvoordelen. Het gebruik van overige organische mestsoorten is, vooral voor fosfaat, toegenomen op akkerbouw- en tuinbouwbedrijven.
De stikstof-fosfaatverhouding in de gebruikte dierlijke mest steeg in de loop van de geanalyseerde periode. Redenen zijn een verschuiving van het gebruik van andere soorten mest naar rundveemest en verandering van mineralengehaltes in de mest door aanpassingen in de rantsoenen.
Meer details zijn te vinden in het rapport 'Mestgebruik 2006-2022 naar bedrijfstype'.